Signaalwoorden van tijd kunnen een tijdsvolgorde aangeven. Hierdoor weet je of de tekst in chronologische volgorde of in niet-chronologische volgorde staat. Signaalwoorden van tijd kunnen ook aangeven wanneer iets gebeurd is.
Voorbeeld
Eerst deed ik mijn pyjama aan en vervolgens poetste ik mijn tanden. Daarna stapte ik in bed en uiteindelijk viel ik weer in slaap.
In dit voorbeeld weet je dankzij de signaalwoorden eerst, vervolgens, daarna en uiteindelijk in welke volgorde iemand iets heeft gedaan.
Ik ben geboren in de 20e eeuw. Drie jaren later, in de 21e eeuw, is mijn broertje geboren.
In dit voorbeeld weet je dankzij de signaalwoorden 20e eeuw, drie jaren later en 21e eeuw wanneer iets is gebeurd.
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van tijd zijn bijvoorbeeld:
- voordat
- vroeger
- eerst
- eerder(e)
- nadat
- daarna
- later(e)
- wanneer
- intussen
- tegelijkertijd
- tijdens
- twee maanden later
- drie jaren eerder
- in 2005
- de 20e eeuw