Je hebt vast wel eens een les begrijpend lezen gehad van je juf of meester. Meestal komt deze les uit een methode. Je hebt ook vast wel eens een Citotoets begrijpend lezen gemaakt. Misschien heb je gemerkt dat de vragen in een les begrijpend lezen uit de methode heel anders gesteld worden dan in een Citotoets.
Maar wat is nou eigenlijk het verschil in vraagstelling tussen een les begrijpend lezen uit de methode en de Citotoets?
Open en gesloten vragen
Methodes wisselen open en gesloten (meerkeuzevragen) met elkaar af.
Cito doet dat niet. Op de Citotoets hoef je alleen maar een letter in te vullen of een hokje aan te kruisen met het juiste antwoord:
- Eén antwoord is het juiste antwoord,
- één antwoord lijkt veel op het juiste antwoord, maar is net niet het goede antwoord,
- bij de andere twee antwoorden zie je al heel snel dat ze fout zijn. Ze lijken ook niet op het juiste antwoord.
Kijk maar eens naar onderstaand voorbeeld.
Waaruit bestaat een olifantengroep?
A) Uit jongen en mannen
B) Uit vrouwen, mannen en jongen
C) Uit vrouwen en jongen
D) Uit vrouwen en mannen
Wat is het juiste antwoord?
Methoden gebruiken open vragen, omdat ze willen dat je een eigen antwoord leert formuleren. Door antwoord te geven op een open vraag leer je hoe je goede zinnen kunt maken. Je leert de juiste leestekens gebruiken en je leert hoe je zonder spelfouten moet schrijven. Kijk maar eens naar onderstaand voorbeeld.
In regel 8-9 lees je over een verschil tussen een Nederlandse school en een Engelse school.
Welk verschil is dat?
Het juiste antwoord is: ...............................
Taalverzorging
De Citotoets stelt ook vragen die gaan over taalverzorging. Methoden doen dit niet. Bij het onderdeel taalverzorging wordt er gevraagd naar fouten die in de tekst staan. De schrijver heeft bewust een fout gemaakt en jij moet deze fout eruit halen.
Welke zin kan de schrijver beter weglaten uit zijn tekst?
A) Maar de...niet mooi. (r. 3, 4)
B) Gelukkig maar...hebben gezien. (r. 25 t/m 27)
C) Kan ik...online bestellen? (r. 34, 35)
D) Kenners zeggen...mooist is. (r. 55, 56)
Wat is het juiste antwoord?
Vaardigheidstoetsen en beheersingstoetsen
Citotoetsen zijn vaardigheidstoetsen. Dit betekent dat in de Citotoets opgaven voorkomen die makkelijker of moeilijker zijn dan de lesstof. Omdat sommige vragen moeilijker zijn dan de geleerde lesstof, vinden sommigen de Citotoets moeilijker dan een toets uit de methode. De toets uit de methode is een beheersingstoets. Dit is een toets waarbij er wordt gekeken of je de leerstof die je net hebt geleerd, voldoende beheerst. De toetsen uit de methode sluiten dus beter aan op de lesstof dan de Citotoetsen.
Scores
De uitslag van de Citotoets wordt vergeleken met die van alle kinderen in Nederland uit hetzelfde leerjaar. Bij toetsen uit de methode krijg je vaak een cijfer. Dit cijfer wordt niet vergeleken met andere scholen en kinderen.
Hoe vaak heb je een toets?
De Citotoetsen zijn één keer per halfjaar. Bij sommigen is de lesstof dan al weggezakt, waardoor ze de Citotoetsen moeilijker vinden dan toetsen uit de methode. De toetsen uit de methode worden meteen na een hoofdstuk of lesblok getoetst. De lesstof is dan nog niet weggezakt.
Zoals je ziet, zit er best wel veel verschil in de manier waarop de methode vragen stelt en de manier waarop de Citotoets dit doet. Ook de manier van toetsen is heel verschillend. Omdat dit zo verschillend is, is het heel belangrijk om met allebei goed te oefenen. Als je dit doet, zul je merken dat het begrijpend lezen na een tijdje veel sneller en makkelijker gaat. Bij Junior Einstein kun je met allebei oefenen. Neem maar eens een kijkje op: www.begrijpend-lezen-oefenen.nl of op www.citotoets-oefenen.nl