Begrijpend lezen

Niet-chronologische tijdsvolgorde

Een tijdsvolgorde kan voorkomen in allerlei soorten teksten. Om de tijdsvolgorde in een tekst te herkennen, kunnen signaalwoorden helpen. Een tekst kan in chronologische volgorde worden verteld, maar ook in niet-chronologische volgorde.

Als een tekst in niet-chronologische volgorde wordt verteld, wordt de tekst niet in de goede volgorde van tijd verteld. Je leest dan over dingen die eerder zijn gebeurd dan wat je op dat moment leest. Dat kan door terugblikken in de tekst. De gebeurtenissen in een tekst zijn in een andere volgorde verteld dan ze zijn voorgekomen. 

Voorbeeld

junior einstein, begrijpend lezen, oefenen, tijdsvolgorde, chronologisch, leesdoelen

 

Jeroen is op vakantie in Parijs. Eerst is hij met de auto naar het hotel gereden en heeft hij zijn koffer uitgepakt. Daarna is hij wat gaan drinken op een terras. Hij heeft namelijk een lange reis gehad met veel files. Het was erg druk op de snelweg en Jeroen heeft ook een aantal keer moeten stoppen bij een tankstation omdat hij naar het toilet moest. Bij één tankstation heeft hij een kopje koffie met een stuk appeltaart besteld. Dat was wel even lekker tijdens zo'n lange autorit. Nu zit hij op een terras in Parijs en gaat hij genieten van zijn vakantie.

In het voorbeeld is de tekst in niet-chronologische volgorde verteld. De gebeurtenissen zijn in een andere volgorde verteld dan ze zijn voorgekomen. Eerst wordt er verteld dat Jeroen in Parijs is en daarna wordt er verteld over de reis die hij heeft gemaakt. Dit is dus niet de goede volgorde. Er zit ook een terugblik in de tekst. Er wordt teruggeblikt op de lange reis die Jeroen heeft moeten maken om in Parijs te komen en er wordt teruggeblikt op de koffie en de appeltaart die Jeroen onderweg heeft gegeten. Zo'n terugblik noem je ook wel een flashback.